Acerca de
Maryland Confederate Infantry
De centrale uitbeelding voor deze periode betreft Maryland Confederate Infantry gedurende 1861-1865. Hierbij wordt in de uitbeelding rekening gehouden met het herdenkingsjaar waarin we ons bevinden (2024 is bijvoorbeeld 1864).
De Amerikaanse Burgeroorlog begint met de beschieting van het federale garnizoen in Fort Sumter op 12-13 april 1861 door zuidelijke troepen onder General Beauregard. Voorafgaand hebben opeenvolgende zuidelijke staten zich van de United States of America afgescheiden. Al decennia voor deze afsplitsing waren er meer of minder gewelddadige uitbarstingen in en tussen de staten. Twistpunt was met name de rol van slavernij en de positie van de individuele staten in de federale unie. Dit spleet niet alleen de federatie uiteen, maar ook binnen afzonderlijke staten broeide onenigheid - waaronder in de staat Maryland, gelegen ten noorden van de federale hoofdstad Washington D.C. maar ten zuiden van de Mason-Dixon line.
In de zomer van 1861 verzamelen zuidelijkgezinde vrijwilligers uit de staat Maryland zich in Richmond, Virginia, toen de hoofdstad van de nieuwe Confederate States of America. Er heerst grote verontwaardiging dat de staat Maryland door de federale overheid met militair geweld was bezet en in de statelijke hoofdstad Baltimore opstandige burgers op straat waren neergeschoten bij de Pratt Street riots van 19 april 1861. Honderden vrijwilligers organiseerden zich in The First Maryland Regiment of Infantry met hoge verwachtingen om in de oorlog die zich nu zou ontvouwen hun eigen staat te mogen bevrijden. Dit zou echter nooit lukken.
Vanaf de slag bij Bull Run ofwel First Manassas op 21 juli 1861 laat de eenheid van zich horen. In de zomer van 1862 wordt het regiment onverwacht opgeheven. Men vermoedde politieke inmenging in Richmond. Een groot deel van de mannen neemt opnieuw dienst. Hieruit wordt het Second Maryland Batallion of Infantry gevormd. Deze eenheid miste net de grote slag bij Antietam, Maryland, maar was daarna betrokken in vrijwel alle grote campagnes aan het oostelijke front tot de onvoorwaardelijke (en onvermijdelijke) overgave te Appomattox, Virginia, op 9 april 1865.
De eenheid wisselt tijdens de oorlog van brigade- en divisie-indeling maar was altijd een onderdeel van het Army of North Virginia onder commando van Gen. Robert E. Lee. Het moreel van de eenheid wordt in de bronnen algemeen als relatief hoog beschreven met een laag aantal deserteurs. Hoewel dit in kronieken aan een bijzondere loyaliteit wordt toegeschreven, vochten Marylanders op vreemde grond en konden gedurende de oorlog simpelweg moeilijk veilig naar huis vanwege de federale bezetting van hun thuis. Voor zover mogelijk bleef men wel in contact met verwanten, zo bestond er een smokkelroute van noord naar zuid voor post en goodies (en ook in omgekeerde richting was er de welbekende smokkelroute voor bevrijdde slaven). Ze stonden bekend als goed gedrild en relatief uniform gekleed, met een voorkeur voor de in die tijd karakteristieke kepi.
Uit de overgeleverde bronnen is een bijzonder continuïteit zichtbaar tussen Company H, First Maryland en Company A, Second Maryland. Beide compagnieën stonden onder commando van Capt. William Murray, tot diens dood in de slag bij Gettysburg, waarna zijn jongere broer het commando overnam. In het bijzonder beelden we deze compagnieën uit.
We werken continu aan verbetering van onze uitrusting, geoefendheid en kennis. Bij onze uitbeelding komen niet alleen dril en gevechten aan de orde, maar zeker ook de dagelijkse routineuze handelingen van het soldatenleven, zoals onderhoud, werkbeurten en koksdienst, en het historische vertier. Wat dit laatste betreft kan de historisch gedocumenteerde Glee Club binnen deze uitbeelding niet onbenoemd blijven.
Onze groep is aangesloten bij het 1st CS Batallion (EU) waarmee we op grotere internationale evenementen een formatie van ongeveer 100 man kunnen vormen uit goed samenwerkende infanterie-eenheden, ondersteund door cavalerie en artillerie. Wij leveren een actieve bijdrage aan dit samenwerkingsverband door kennis en kunde te delen en waar nodig functies in de historische commandostructuur te vervullen.
Foto achtergrond: Krystyna Janusz (Zeppelin Studio)